Naar inhoud springen

honderdennegenentachtig

Uit WikiWoordenboek
0 1 8 9
honderdennegenentachtig,
op een abacus
  • hon·derd·en·ne·gen·en·tach·tig

honderdennegenentachtig

  1. "189", langere vorm van honderdnegenentachtig, honderd plus negenentachtig
    1. om een hoeveelheid aan te geven
      • De inzameling heeft honderdennegenentachtig euro en vijftig cent opgebracht. 
    2. om een plaats in een volgorde aan te geven
      • De hoofdprijs van de verloting valt op lot honderdennegenentachtig. 

rangtelwoord

hooftelwoord samengesteld met "honderdennegenentachtig" ht als linkerdeel

  1. Bronlink geraadpleegd op 1 mei 2021 Weblink bron
    W. Haeseryn e.a.
    “7.2.1.1 Bepaalde hoofdtelwoorden, onder 2” (januari 2019) op e-ans.ivdnt.org (Algemene Nederlandse Spraakkunst)
  2. Bronlink geraadpleegd op 1 mei 2021 Weblink bron “Tweeduizend zes / tweeduizend en zes” op taaladvies.net (Nederlandse Taalunie)