honderdeenennegentigjarige

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hon·derd·een·en·ne·gen·tig·ja·ri·ge
Woordherkomst en -opbouw

Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als bijvoeglijk naamwoord

Bijvoeglijk naamwoord

honderdeenennegentigjarige

  1. verbogen vorm van de stellende trap van honderdeenennegentigjarig
    • De vulkaan werd weer actief na een honderdeenennegentigjarige periode zonder uitbarstingen. 
Schrijfwijzen
enkelvoud meervoud
naamwoord honderdeenennegentigjarige honderdeenennegentigjarigen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de honderdeenennegentigjarigev / m

  1. levend wezen dat 191 jaar oud is of iets dat 191 jaar bestaat
    • De honderdeenennegentigjarige is voor een schildpad nog heel actief. 
Schrijfwijzen

Gangbaarheid