honderdachtennegentigjarige

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hon·derd·acht·en·ne·gen·tig·ja·ri·ge
Woordherkomst en -opbouw

Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als bijvoeglijk naamwoord

Bijvoeglijk naamwoord

honderdachtennegentigjarige

  1. verbogen vorm van de stellende trap van honderdachtennegentigjarig
    • De vulkaan werd weer actief na een honderdachtennegentigjarige periode zonder uitbarstingen. 
Schrijfwijzen
enkelvoud meervoud
naamwoord honderdachtennegentigjarige honderdachtennegentigjarigen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de honderdachtennegentigjarigev / m

  1. levend wezen dat 198 jaar oud is of iets dat 198 jaar bestaat
    • De honderdachtennegentigjarige is voor een schildpad nog heel actief. 
Schrijfwijzen

Gangbaarheid