homo-
Nederlands
Niet te verwarren met: homo |
Huidig bestand |
---|
13 |
Uitspraak
Woordafbreking
- ho·mo-
Woordherkomst en -opbouw
Voorvoegsel
homo- [2]
- met de betekenis 'gelijk, eender, gemeenschappelijk'
Antoniemen
Hyponiemen
enige woorden met dit voorvoegsel die nog moeten worden aangebracht
Gangbaarheid
- Het woord 'homo-' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.