homoplastiek

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ho·mo·plas·tiek
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord homoplastiek homoplastieken
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de homoplastiekv

  1. (medisch) transplantatie waarvoor vergelijkbaar weefsel van een ander individu wordt gebruikt
    • Bij de autoplastiek treedt minder versterf op van getransplanteerde cellen dan bij de homoplastiek en hieruit is misschien hun succes te verklaren. [2]
Synoniemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Everdingen, J. van & A. van den Eerenbeemt (eds.)
    Pinkhof Geneeskundig woordenboek 12e druk (2012) Bohn Stafleu van Loghum, Houten; ISBN 978 90 313 9121 9
  2. Graaf, J. de
    Onderzoekingen over de locale passieve pollen-overgevoeligheid (1933) Van Gorcum, Assen
    ; p. 26; geraadpleegd 2018-03-11