hoestte aan

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hoest·te aan
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
aanhoesten

hoestte (...) aan

  1. enkelvoud verleden tijd van aanhoesten
    • Ik hoestte aan. 
    • Jij hoestte aan. 
    • Hij, zij, het hoestte aan. 

Gangbaarheid