hoekspiegel
Uiterlijk
- Geluid: hoekspiegel (hulp, bestand)
- hoek·spie·gel
- samenstelling van hoek en spiegel [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hoekspiegel | hoekspiegels |
verkleinwoord | hoekspiegeltje | hoekspiegeltjes |
de hoekspiegel m
- spiegel in een hoek
- spiegel die in een hoek geplaatst is met een andere spiegel
- Het woord 'hoekspiegel' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.