heimziekte

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  heimziekte    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• heim·ziek·te

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  heim  en  ziekte 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	heimziekte	heimziektes heimziekten
verkleinwoord	heimziektetje	heimziektetjes

Zelfstandig naamwoord

de heimziekte v

1. heimwee

Gangbaarheid

• Het woord 'heimziekte' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.