hebzuchtig
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: hebzuchtig (hulp, bestand)
Woordafbreking
- heb·zuch·tig
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | hebzuchtig | hebzuchtiger | hebzuchtigst |
verbogen | hebzuchtige | hebzuchtigere | hebzuchtigste |
partitief | hebzuchtigs | hebzuchtigers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
hebzuchtig
- blijk gevend van hebzucht, hebberig
- De hebzuchtige jongen wilde meteen al het snoep hebben.
Vertalingen
1. blijk gevend van hebzucht, hebberig
Gangbaarheid
- Het woord hebzuchtig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "hebzuchtig" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be