havendienst

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

havendienst
Uitspraak
Woordafbreking
  • ha·ven·dienst
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord havendienst havendiensten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de havendienstm

  1. politiedienst in een haven
     Het gaat om twee mensen die na de explosie overboord sprongen. Ze werden door de havendienst uit het water gehaald. Volgens een woordvoerder hebben ze brandwonden.[2]
     Er is geen sprake meer van nog te voeren rechtszaken, het verzamelde bewijs is niet meer nodig. Dus worden de wrakken en stukken staal langzaamverdeeld over het land. Mensen van de havendienst van New York pakkende vernielde brandweerwagens en de politieauto's zorgvuldig in en verschepen ze naar musea.[3]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 17 januari 2024 Weblink bron “Twee gewonden bij scheepsbrand” (Woensdag 15 augustus 2012, 16:00), NOS
  3. Bronlink geraadpleegd op 17 januari 2024 Weblink bron “Een hangar vol resten World Trade Center” (Zaterdag 10 september 2011, 07:03), NOS