havencafé

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ha·ven·ca·fé
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord havencafé havencafés
verkleinwoord havencafeetje havencafeetjes

Zelfstandig naamwoord

het havencaféo

  1. een uitgaansgelegenheid in de buurt van een haven, speciaal voor zeelieden
    • Voorzitter Theo Bouwman (Groen Links) van de commissie Sociale Zaken van het Europees Parlement ziet de wet eigenlijk liever helemaal verdwijnen, maar dat is moeilijk omdat het voorstel al in een vergevorderd stadium is. Hij wil in elk geval de passage aanscherpen over het laden en lossen vanaf het schip, zodat de reder niet mannen kan optrommelen in een havencafé om als ’zeelieden’ tegen laag loon de scheepskranen te bedienen. [1] 
    • Finse tango, strijkers op de festivalboot, zeemansliederen in een havencafé, een boombal, klank- en klauterinstallaties voor de kleintjes: er was niets aan het toeval overgelaten om er een soort maritieme happening van te maken. [2] 

Gangbaarheid

96 % van de Nederlanders;
94 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. Reformatorisch Dagblad 07-03-2003 Antwerpse havenwerkers staken tegen EU-wet
  2. De Standaard 04 SEPTEMBER 2006 (gvds) Klarafestival begint lauw
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be