hardt

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hardt

Werkwoord

vervoeging van
harden

hardt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van harden
    • Jij hardt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van harden
    • Hij hardt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van harden
    • Hardt! 

Meer informatie


Noors

Woordafbreking
  • hardt
Naar frequentie 731

Bijvoeglijk naamwoord

hardt, o

  1. onbepaalde vorm onzijdig enkelvoud van de stellende trap van hard


Nynorsk

Woordafbreking
  • hardt

Bijvoeglijk naamwoord

hardt, o

  1. onbepaalde vorm onzijdig enkelvoud van de stellende trap van hard