hapus
Uiterlijk
- ha·pus
hapus
- verdwijnen, weggepoetst worden
- «Semuanya akan hapus dari muka bumi .»
- Zij zullen allen van de aarde verdwijnen.
- «Noda hitam pada baju itu tidak akan hapus.»
- De zwarte vlek op die bloes is niet weggepoetst.
- «Semuanya akan hapus dari muka bumi .»
- vegen
stellend | vergelijkend | vergrotend | overtreffend |
---|---|---|---|
hapus | hapused | hapusach | hapusaf |
hapus