handjesvol

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  handjesvol    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈhɑncəsˌfol / (3 lettergrepen)

Woordafbreking

• hand·jes·vol

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  handjes zn  en  vol bn 

Zelfstandig naamwoord

de handjesvol mv

1. verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord handvol

   ▸ De stroomstoring is vanmorgen vroeg ontstaan, rond 06.00 uur. Volgens een woordvoerder van netbeheerder Enduris gaat het om 'enkele handjesvol' huishoudens.

   ▸ De overblijvende 48 procent van de kiezers worden in de vandaag te vormen Lok Sabha vertegenwoordigd met 28 zetels van de Telugu Desam — een linguïstisch regionale partij uit de deelstaat Andhra Pradesh —, 22 zetels van de communistische partij (M), en handjesvol zetels van eens belangrijke oppositiepartijen.

   ▸ ⧖ Zy gaat derwaards, en strooit handjes vol garst en hennipzaad. De Vogeltjes zweefden by geheele benden om haar heen, en zogten het kleinste graan. (…) Welhaast waren de handjesvol op.

Opmerkingen

• Zoals uit het laatse voorbeeld blijkt is deze vorm is al lange tijd gangbaar, in plaats van meer regelmatige vormen als handjevollen en handvolletjes.

Gangbaarheid

• Het woord 'handjesvol' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.