hakstro
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- hak·stro
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van hakken ww en stro zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hakstro | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- stro dat men gebruikt om er strooisel van te maken
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord 'hakstro' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "hakstro" herkend door:
56 % | van de Nederlanders; |
57 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be