Naar inhoud springen

hak af

Uit WikiWoordenboek
Versie door Kvdrgeus (overleg | bijdragen) op 19 jan 2018 om 13:08
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
  • hak af
vervoeging van
afhakken

hak af

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afhakken
    • Ik hak af. 
  2. gebiedende wijs van afhakken
    • Hak af! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afhakken
    • Hak je af?