gynaecologisch

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  gynaecologisch    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• gy·nae·co·lo·gisch

Woordherkomst en -opbouw

• afgeleid van gynaecologie met het achtervoegsel -isch

	stellend	vergrotend	overtreffend
onverbogen	gynaecologisch	gynaecologischer
verbogen	gynaecologische	gynaecologischere
partitief	gynaecologisch	gynaecologischers	-

Bijvoeglijk naamwoord

gynaecologisch

1. (medisch) met betrekking tot de gynaecologie (vrouwenziekten)

   • Hiervoor moet de patiënt in een gynaecologische stoel liggen met de benen gespreid. 

Vertalingen

    1. met betrekking tot vrouwenziekten   

Engels: gynaecological (en)

Spaans: ginecológico (es)

Gangbaarheid

• Het woord gynaecologisch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.