grenszone

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • grens·zo·ne
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord grenszone grenszones
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de grenszonev / m

  1. gebied rond de grens tussen twee landen
     Er komen opvangcentra aan de Duitse grens voor migranten die in de grenszone worden aangehouden terwijl ze al in een ander EU-land zijn geregistreerd;[1]
     En Assad krijgt mogelijk wisselgeld voor het opgeven van de grenszone, zegt Kwarten. "De Turken stellen een bufferzone in, maar in ruil daarvoor is het niet ondenkbaar dat ze hun steun terugtrekken aan de rebellen in de provincie Idlib. En daar is Assad heel blij mee. Mijn inschatting is dat de komende tijd Idlib terug in handen valt van Assad."[2]
     De aankondiging volgt op de vernietiging gisteren door het Noord-Koreaanse leger van een ontmoetingsplek voor overleg met Zuid-Korea. Het kantoor stond in gedemilitariseerde grenszone van de grensstad Kaesong.[3]
Synoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 1 januari 2024 Weblink bron “Merkels draai: crisis afgewend, maar tegen welke prijs?” (Dinsdag 3 juli 2018, 17:10), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 1 januari 2024 Weblink bron “'Poetin heeft nu sleutelrol in noorden Syrië'” (Maandag 14 oktober 2019, 22:30), NOS
  3. Bronlink geraadpleegd op 1 januari 2024 Weblink bron “Noord-Korea: militairen en wachttorens in twee gedemilitariseerde zones” (Woensdag 17 juni 2020, 04:44), NOS