grensverleggend
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- grens·ver·leg·gend
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van grens zn en verleggend ww
Bijvoeglijk naamwoord
grensverleggend
- innoverend, baanbrekend, vernieuwend, innovatief, betrekking hebbend op het doorbreken van vroegere beperkingen
- Het innoverende bedrijf had steeds grensverleggende ideeën om andere producten te maken.
Gangbaarheid
- Het woord grensverleggend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "grensverleggend" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be