grensprovincie

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • grens·pro·vin·cie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord grensprovincie grensprovincies
verkleinwoord grensprovincietje grensprovincietjes

Zelfstandig naamwoord

de grensprovinciev

  1. provincie die aan de rand van een land gelegen is en grenst aan een ander land
     Het vliegtuig verongelukte in bergachtig gebied in de buurt van de stad Talodi, in de grensprovincie Zuid-Kordofan.[1]
     De vluchtelingenkampen bevinden zich in de grensprovincie Hatay. Vele vluchtelingen zitten er al maanden, waardoor de kampen zijn uitgegroeid tot kleine dorpen waar inwoners handel drijven, winkelen en zelfs trouwen. Tegelijkertijd ontwikkelen de kampen zich tot bolwerken van de oppositie en het nieuwe Syrië. Daar hoort ook de komst van wapens bij, want niemand in de kampen gelooft in een vreedzame oplossing.[2]
     Taalwetenschapper Leonie Cornips doet de komende vier jaar onderzoek naar de verschillende dialecten en talen die er in die grensprovincie worden gesproken. Ze wil onder meer uitzoeken of kinderen die een Limburgs dialect spreken meer moeite hebben met het leren van Nederlands. Ook gaat ze kijken wat voor ideeën er in de provincie leven over het 'Limburgs eigene' aan de hand van het taalgebruik.[3]


Hyponiemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 1 januari 2024 Weblink bron “Minister Sudan dood bij crash” (Zondag 19 augustus 2012, 11:22), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 1 januari 2024 Weblink bron “Burgeroorlog Syrië dreigt” (Maandag 13 februari 2012, 12:33), NOS
  3. Bronlink geraadpleegd op 1 januari 2024 Weblink bron “Onderzoek naar taalcultuur Limburg” (Woensdag 31 augustus 2011, 10:45), NOS