Naar inhoud springen

Overijssel

Uit WikiWoordenboek

demoniem
inwoner Overijsselaar
vrouwelijke inwoner Overijsselse
bijvoeglijk Overijssels
  • Over·ijs·sel
  • samenstelling van het voorzetsel over en de Nederlandse eigennaam van de rivier de IJssel
  • Het gebied dat de opeenvolgende bisschoppen van Utrecht in de middeleeuwen als vorst bestuurden heette Het Sticht. Dit gebied bestond uit twee delen: een gebied overeenkomend met de huidige provincie Utrecht, Nedersticht genoemd en een gebied overeenkomend met Overijssel en Drenthe, Oversticht genoemd. In het Latijn werd dit laatste gebied toen al Transisalania ("over de IJssel") genoemd. Uiteindelijk verloren de bisschoppen hun zeggenschep en ontstond de Heerlijkheid Overijssel.
enkelvoudbezitsvorm meervoud
naamwoord OverijsselOverijssels -
verkleinwoord -- -

Overijssel o

  1. (toponiem: provincie) provincie in het oosten van Nederland, die door Friesland, Drenthe, Gelderland, Flevoland en de Duitse deelstaten Nedersaksen en Noord-Rijnland-Westfalen wordt begrensd
    • Vrouwen in Overijssel hebben de grootste cupmaat. [1] 
Provincies in Nederland in het Nederlands

GroningenFrieslandDrentheOverijsselGelderlandFlevolandUtrechtNoord-HollandZuid-HollandZeelandNoord-BrabantLimburg

Overijssel

  1. (toponiem: provincie) Overijssel

Overijssel

  1. (toponiem: provincie) Overijssel

Overijssel

  1. (toponiem: provincie) Overijssel

Overijssel

  1. (toponiem: provincie) Overijssel

Overijssel

  1. (toponiem: provincie) Overijssel

Overijssel

  1. (toponiem: provincie) Overijssel
  • O·ver·ijs·sel

Overijssel

  1. (toponiem: provincie) Overijssel
  • Over·ijs·sel

Overijssel

  1. (toponiem: provincie) Overijssel

Overijssel

  1. (toponiem: provincie) Overijssel

Overijssel

  1. (toponiem: provincie) Overijssel

Overijssel

  1. (toponiem: provincie) Overijssel


Provincies in Nederland in het Frans

Brabant-SeptentrionalDrentheFlevolandFriseGroningueHollande-MéridionaleHollande-SeptentrionaleGueldreLimbourgOverijsselUtrechtZélande

Overijssel

  1. (toponiem: provincie) Overijssel

Overijssel

  1. (toponiem: provincie) Overijssel

Overijssel

  1. (toponiem: provincie) Overijssel

Overijssel

  1. (toponiem: provincie) Overijssel

Overijssel

  1. (toponiem: provincie) Overijssel

Overijssel

  1. (toponiem: provincie) Overijssel

Overijssel

  1. (toponiem: provincie) Overijssel

Overijssel

  1. (toponiem: provincie) Overijssel

Overijssel

  1. (toponiem: provincie) Overijssel

Overijssel

  1. (toponiem: provincie) Overijssel

Overijssel

  1. (toponiem: provincie) Overijssel
  • O·ver·ijs·sel

Overijssel

  1. (toponiem: provincie) Overijssel
  • O·ver·ijs·sel

Overijssel

  1. (toponiem: provincie) Overijssel

Overijssel

  1. (toponiem: provincie) Overijssel

Overijssel

  1. (toponiem: provincie) Overijssel

Overijssel

  1. (toponiem: provincie) Overijssel

Overijssel

  1. (toponiem: provincie) Overijssel

Overijssel

  1. (toponiem: provincie) Overijssel

Overijssel

  1. (toponiem: provincie) Overijssel

Overijssel

  1. (toponiem: provincie) Overijssel

Overijssel

  1. (toponiem: provincie) Overijssel

Overijssel

  1. (toponiem: provincie) Overijssel
  • Leenwoord uit het Nederlands

Overijssel m onbezield

  1. (toponiem: provincie) Overijssel
Provincies in Nederland in het Tsjechisch

DrentheFlevolandFrískoGelderlandGroningenJižní HolandskoLimburgOverijsselSeverní BrabantskoSeverní HolandskoUtrechtZeeland

Overijssel

  1. (toponiem: provincie) Overijssel

Overijssel

  1. (toponiem: provincie) Overijssel

Overijssel

  1. (toponiem: provincie) Overijssel

Overijssel

  1. (toponiem: provincie) Overijssel

Overijssel

  1. (toponiem: provincie) Overijssel

Overijssel

  1. (toponiem: provincie) Overijssel