grensgemeente
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- grens·ge·meen·te
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van grens en gemeente [1]
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | grensgemeente | grensgemeenten grensgemeentes |
| verkleinwoord | grensgemeentetje | grensgemeentetjes |
Zelfstandig naamwoord
de grensgemeente v
- (politiek) aan de (lands)grens gelegen gemeente
Gangbaarheid
- Het woord grensgemeente staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.