gravelspeler
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: gravelspeler (hulp, bestand)
- IPA: /ˈgrɛ.vəɫˈspelər/, /ˈgrɛ.vɔɫˌspelər/
Woordafbreking
- gra·vel·spe·ler
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van gravel en speler
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | gravelspeler | gravelspelers |
| verkleinwoord | gravelspelertje | gravelspelertjes |
Zelfstandig naamwoord
de gravelspeler m
- (spel) (spel) een tennisser die meestal op gravel speelt
- De gravelspeler hield na de val enkele schaafwonden over.
Gangbaarheid
- Het woord gravelspeler staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.