graanhandel

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • graan·han·del
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord graanhandel
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de graanhandelm

  1. (economie) (landbouw) de inkoop en verkoop van graan
     De aanvallen hebben alles te maken met het opzeggen van de graandeal, vertelt Jevgeniya Gaber, onderzoeker bij de denktank Atlantic Council in Turkije. "Rusland wil Oekraïne voor de keuze stellen: een graandeal onder onze voorwaarden, of er zal geen enkele graanhandel meer bestaan. Met iedere aanval verhogen ze de inzet voor de onderhandelingen."[2]
     Mede door het stilliggen van de Oekraïense graanhandel via de Zwarte Zee stegen de voedselprijzen vorig jaar wereldwijd. Met name in minder welvarende landen ontstonden voedseltekorten. Het graanakkoord maakte het transport weer mogelijk. Maar sinds vorige maand kunnen Oekraïense schepen vol graan de havens in de Zwarte Zee niet meer verlaten.[3]
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 1 januari 2024 Weblink bron
    Chiem Balduk
    “Dagenlange aanvallen raken Odesa in de ziel: 'Turkije moet iets doen'” (Dinsdag 25 juli 2023, 19:58), NOS
  3. Bronlink geraadpleegd op 1 januari 2024 Weblink bron
    Paulus Houthuijs
    “Zwarte Zee wordt meer en meer oorlogsgebied: 'Alles om te winnen'” (Zondag 13 augustus 2023 15:26), NOS