graaispaarder
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- graai·spaar·der
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van graaien ww en spaarder zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | graaispaarder | graaispaarders |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de graaispaarder m
- (financieel) iemand die op een hoge rente uit is bij een buitenlandse bank
Gangbaarheid
- Het woord graaispaarder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.