glycol
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- gly·col
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | glycol | glycolen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
glycol m
- (scheikunde) tweewaardige alcohol
- antivriesmiddel, desinfectiemiddel, zoetmaker
- om de wijn zoeter te maken werd er glycol aan toegevoegd!
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord glycol staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "glycol" herkend door:
73 % | van de Nederlanders; |
77 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "glycol" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ glycol op website: Etymologiebank.nl
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be