glastuinbouwbedrijf

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • glas·tuin·bouw·be·drijf
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord glastuinbouwbedrijf glastuinbouwbedrijven
verkleinwoord glastuinbouwbedrijfje glastuinbouwbedrijfjes

Zelfstandig naamwoord

het glastuinbouwbedrijfo

  1. (tuinbouw) landbouwbedrijf waar men grassen teelt in kassen
     Bijna een derde van de glastuinbouwbedrijven in Nederland kan de rekeningen niet meer betalen of daar op korte termijn problemen mee. Dat stelt de brancheorganisatie Glastuinbouw Nederland. Oorzaak van de problemen zijn de hoge prijzen voor gas en elektriciteit.[1]
     Wouter Kuiper is directeur van een groot glastuinbouwbedrijf. "We hebben nu overproductie", zegt hij. "En we kampen met concurrentie van groente en fruit uit andere Europese landen en Afrika. Het is hoog tijd dat we weer een product hebben waar de Nederlandse kweker wat aan kan verdienen."[2]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 1 januari 2024 Weblink bron “Glastuinbouwers in de problemen door energiecrisis” (Dinsdag 11 oktober 2022, 22:33), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 1 januari 2024 Weblink bron “'Medicinale wiet kan kwekers in het Westland miljarden opleveren'” (Woensdag 17 april 2019, 16:34), NOS