gistcel
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- gist·cel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gistcel | gistcellen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- micro-organisme dat suikers omzet in alcohol en koolzuurgas
- Deze most wordt dan door natuurlijke gistcellen (die op de druiven zaten en dus in de most zijn beland) of door de wijnmaker toegevoegde gist ‘aangevallen’. De suiker in het sap wordt hierbij omgezet in alcohol en koolzuurgas. Dit duurt wel een paar weken, en voilá, je hebt wijn! [2]
- Tijdens het onderzoek bekeken de wetenschappers eerst gistcellen, waar een opvallende omzetting van stoffen plaatsvindt. Vervolgens zijn menselijke kankercellen onderzocht, en ook daarin werd suiker omgezet in ’fructose 1,6-biofosfaat’, dat vervolgens een proteïne activeert, waarna de cellen vermenigvuldigen. [3]
- Een voorbeeld: er bestaat een plantje waaruit je een heel goed malariamiddel kunt halen. Als je veel van dat middel nodig hebt, moet je dus een heleboel hectare aan grond hebben om die plant te laten groeien. Een synthetisch bioloog heeft alle benodigde genetica in een gistcel gezet en die cel kan precies hetzelfde trucje als de plant. Een stuk efficiënter en goedkoper dus.” [4]
Gangbaarheid
- Het woord gistcel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "gistcel" herkend door:
88 % | van de Nederlanders; |
89 % | van de Vlamingen.[5] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ De Telegraaf 03 jul. 2015 Wijnmaken in je badkuip? Zo doe je dat
- ↑ De Telegraaf 18 okt. 2017 Onderzoek: tumor groeit door suiker
- ↑ De Telegraaf ANNEMARIE MOERMAN 02 nov. 2017 ’Geen mens is zo slim als de natuur’
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be