gisten
Uiterlijk
| naamwoord van handeling | |
|---|---|
| zelfstandig | bijvoeglijk |
| gisten | gistend |
| gisting | gegist |
- gis·ten
| stamtijd | ||
|---|---|---|
| onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
| gisten |
gistte |
gegist |
| zwak -t | volledig | |
gisten
- ergatief een proces van fermentatie ondergaan
- Als het druivensap gegist is, ontstaat er wijn.
- overgankelijk een proces van fermentatie doen ondergaan
- De vino frizzante wordt gegist in ijzeren tanks en de spumante wordt na gisting in de tanks nog aanvullend gegist in de fles.
- gegist, gistextract, gistfabriek, gisting, gistingsazijn, gistingsproces, gistoplossing, gistpasta, gistpoeder
| vervoeging van |
|---|
| gissen |
gisten
- meervoud verleden tijd van gissen
- Wij gisten.
- Jullie gisten.
- Zij gisten.
- Wij gisten.
de gisten mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord gist
- Het woord gisten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "gisten" herkend door:
| 98 % | van de Nederlanders; |
| 99 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 6
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Zwak werkwoord (-t) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Ergatief werkwoord in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Werkwoordsvorm in het Nederlands
- Zelfstandignaamwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 98 %
- Prevalentie Vlaanderen 99 %