ginds

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ginds
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen ginds
verbogen gindse

Bijvoeglijk naamwoord

  1. daar in de verte gelegen
    • Het is nog een lange tocht naar gindse bergen. 

Bijwoord

ginds

  1. daar in de verte
    • Er lijkt ginds in het oosten onweer op te komen. 
Vertalingen

Gangbaarheid

97 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen