gezichtsuitdrukking
- ge·zichts·uit·druk·king
- samenstelling van gezicht en uitdrukking met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gezichtsuitdrukking | gezichtsuitdrukkingen |
verkleinwoord | gezichtsuitdrukkinkje | gezichtsuitdrukkinkjes |
gezichtsuitdrukking v
- De gemoedstoestand die men aan het gelaat van iemand kan aflezen.
- Het emoticon begon als een korte tekenreeks die een gezichtsuitdrukking uitbeeldt en waarmee de schrijver van een tekst een gevoel wil uitdrukken.
- Hoe komt iemand die overal de zonnige kant van inziet aan zo’n dramatische gezichtsuitdrukking? ‘Groningen. Klei. En het is ook constitutie, genen. Ik merkte het zelf nooit zo. Tot ik voor het televisieprogramma Sterren op het Doek geschilderd werd en het steeds over die hangende mondhoeken van me ging. Ik vat alles vrolijk op, maar ik ben daarna bijna gaan denken aan een facelift.’ [1]
- Het woord gezichtsuitdrukking staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "gezichtsuitdrukking" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ de Volkskrant Nathalie Huigsloot25 januari 2019 INTERVIEW JAN MULDER
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be