getijdenboek

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·tij·den·boek
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord getijdenboek getijdenboeken
verkleinwoord getijdenboekje getijdenboekjes

Zelfstandig naamwoord

het getijdenboeko

  1. met de hand geschreven middeleeuws boek dat door leken werd gebruikt voor de privédevotie
     De Koninklijke Bibliotheek in Den Haag heeft op een veiling een bijzonder middeleeuws handschrift gekocht. Het gaat om een verlucht getijdenboek uit de 15e eeuw, een gebedenboek voor rijke burgers. Bijzonder daaraan is dat bekend is wie de veertien kleurrijke miniaturen ervan vervaardigd heeft.[2]
     Die stoel is overigens niet te zien op de tentoonstelling en ook een ander topstuk ontbreekt: een prachtig getijdenboek dat werd ontdekt tijdens opnames in 1986. Doordat de eigenaresse anoniem wilde blijven, verdween het werk na de opnames van de radar en werd het nooit meer teruggezien. Misschien tot een volgende generatie het weer inbrengt.[3]
Verwante begrippen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 20 december 2023 Weblink bron “Koninklijke Bibliotheek koopt manuscript van 'middeleeuwse Rembrandt'” (Donderdag 13 oktober 2022, 17:01), NOS
  3. Bronlink geraadpleegd op 20 december 2023 Weblink bron “Topstukken uit 30 jaar Tussen Kunst en Kitsch in museum” (Vrijdag 17 april 2015, 17:14), NOS