geruchtenstroom

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  geruchtenstroom    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• ge·ruch·ten·stroom

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  gerucht  en  stroom  met het invoegsel -en- 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	geruchtenstroom	geruchtenstromen
verkleinwoord	geruchtenstroompje	geruchtenstroompjes

Zelfstandig naamwoord

de geruchtenstroom m

1. onafgebroken opeenvolging van geruchten

Gangbaarheid

• Het woord geruchtenstroom staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.