genialiteit
Uiterlijk
- Geluid: genialiteit (hulp, bestand)
- ge·ni·a·li·teit
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | genialiteit | genialiteiten |
verkleinwoord |
- de zeer grote intelligentie van iemand
- De genialiteit van deze eigenaardige geleerde is alom bekend.
- Het is mogelijk om geschiedenis te bedrijven als een soort zelf-felicitatie en de genialiteit van je eigen cultuur te beschrijven. [2]
- ▸ Katarina Palm, als zij het was, deed er minder dan tien minuten over om hem te verslaan en zijn ingebeelde genialiteit te verkruimelen.[3]
1.
- Het woord genialiteit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "genialiteit" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ NRC Sandra Smallenburg 18 november 2016
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“De tweede doodzonde” (2020), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044645149
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be