gelijkopgaand

Uit WikiWoordenboek


Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·lijk·op·gaand
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen gelijkopgaand
verbogen gelijkopgaande
partitief gelijkopgaands

Bijvoeglijk naamwoord

gelijkopgaand

  1. met een zelfde snelheid voortgaand
  2. (sport) met een gelijke stand in een wedstrijd
     FC Utrecht heeft Vitesse in een pittig en gelijkopgaand duel in de Galgenwaard met 3-1 verslagen. Het veldspel van de Arnhemmers was over de hele wedstrijd gezien misschien iets verzorgder, maar het karakter van de thuisploeg gaf uiteindelijk de doorslag.[1]
     De ploeg van bondscoach Edwin Benne gaf in de eerste set een voorsprong van 8-5 (verkregen door sterk blokkeren) weg. Na een gelijkopgaand vervolg ging de set naar Australië, dat de tweede snel won, mede door talrijke Nederlandse fouten.[2]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 10 december 2023 Weblink bron “Utrecht op karakter langs Vitesse” (Zondag 2 november 2014, 14:23), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 10 december 2023 Weblink bron “Australië verslaat volleyballers” (Vrijdag 11 juli 2014, 14:23), NOS