gehoorafstand

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·hoor·af·stand
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord gehoorafstand
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de gehoorafstandm

  1. een afstand die klein genoeg is om het gesproken woord te kunnen verstaan
     Daar zag hij zijn vader met driftige pas over de brug komen, Bintje en de rest ver vooruit, hij zag hem groter worden op de kade en wist hem toen binnen gehoorafstand.[1]
     Compas doet ook een beroep op gemeenten en burgemeesters om de intimidatie bij de klinieken te stoppen. "De demonstranten moeten nu soms aan de andere kant van de weg gaan staan, maar dat is niet voldoende. Er moeten bufferzones komen waardoor ze buiten gezichts- en gehoorafstand blijven."[2]
Synoniemen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Gewassen vlees” op Wikipedia (2014), Em. Querido's Uitgeverij op Wikipedia, ISBN 9789021436173
  2. Bronlink geraadpleegd op 3 mei 2022 Weblink bron “Nog steeds intimidatie bij abortuskliniek, activisten zich van geen kwaad bewust” (02-03-2020), NOS