gehaktdag
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ge·hakt·dag
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van gehakt zn en dag zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gehaktdag | gehaktdagen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
gehaktdag m
- dag dat gehakt extra goedkoop gekocht kan worden bij een slager
- (figuurlijk) de dag dat de overheid zich moet verantwoorden over de gedane uitgaven naar aanleiding van een verslag van de Algemene Rekenkamer; de derde woensdag van mei
- ▸ De Algemene Rekenkamer vindt dat niet duidelijk is wat er gebeurt met bijna anderhalf miljard euro aan uitkeringen van het rijk aan gemeenten en provincies. De Rekenkamer schrijft dat in het kader van Verantwoordingsdag, in Den Haag beter bekend als Gehaktdag.[1]
- ▸ Morgen is het Verantwoordingsdag, in de volksmond: Gehaktdag. Dan biedt de president van de Algemene Rekenkamer de stukken aan aan de Tweede Kamer. Donderdag debatteert de Kamer met premier Rutte en minister De Jager van Financiën.[2]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord gehaktdag staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑
Weblink bron “Rekenkamer: geld in niemandsland” (Woensdag 16 mei 2012, 13:01), NOS
- ↑
Weblink bron “Rekenkamer tikt VWS op de vingers” (Dinsdag 17 mei 2011, 13:58), NOS