geelbandfuselier
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- geel·band·fu·se·lier
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van geelband zn en fuselier zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | geelbandfuselier | geelbandfuseliers |
verkleinwoord | geelbandfuseliertje | geelbandfuseliertjes |
Zelfstandig naamwoord
de geelbandfuselier m
- (straalvinnigen) Pterocaesio chrysozona een straalvinnige vis uit de familie van fuseliers (Caesionidae ), orde baarsachtigen (Perciformes ), die voorkomt langs de kusten van de Indische Oceaan en het westen van de Grote Oceaan. Hij kan een maximale lengte bereiken van 21 centimeter
Hyperoniemen
- fuseliers, baarsvissen, baarsachtigen, stekelvinnigen, beenvissen, straalvinnigen, beenvisachtigen, gewervelden, chordadieren, dieren
Gangbaarheid
- Het woord 'geelbandfuselier' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.