geef vorm
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- geef vorm
Woordherkomst en -opbouw
- uit geef (werkwoord) en vorm (zelfstandig naamwoord), hiertussen kunnen nog andere woorden staan
Werkwoord
vervoeging van |
---|
vormgeven |
geef (…) vorm
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vormgeven
- Ik geef vorm.
- gebiedende wijs van vormgeven
- Geef vorm!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vormgeven
- Geef je vorm?
Gangbaarheid
- Het woord geef vorm staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.