geef bloot
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: geef bloot (hulp, bestand)
- IPA: / ˈɣef ˈblot / (2 lettergrepen)
Woordafbreking
- geef bloot
Woordherkomst en -opbouw
- uit geef (werkwoord) en bloot (bijvoeglijk naamwoord), hiertussen kunnen nog andere woorden staan
Werkwoord
vervoeging van |
---|
blootgeven |
geef (…) bloot
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van blootgeven
- Ik geef bloot.
- gebiedende wijs van blootgeven
- Geef bloot!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van blootgeven
- Geef je bloot?
Gangbaarheid
- Het woord geef bloot staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.