gebroddel

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  gebroddel    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• ge·brod·del

Woordherkomst en -opbouw

• Naamwoord van handeling van broddelen met het voorvoegsel ge-

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	gebroddel	-
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

het gebroddel o

1. knoeiwerk, prutswerk, broddelwerk, geknoei, gepruts

Gangbaarheid

• Het woord gebroddel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "gebroddel" herkend door:

74 %	van de Nederlanders;
53 %	van de Vlamingen.