gaur

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  gaur    (hulp, bestand)

• (IPA in voorbereiding)

Woordafbreking

• gaur

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	gaur	gaurs
verkleinwoord	gaurtje	gaurtjes

Zelfstandig naamwoord

de gaur m

1. (evenhoevigen) Bos gaurus  een Aziatische rundersoort. Hij komt voor in de bossen van India en Zuidoost-Azië. De gaur is de enige soort binnen het ondergeslacht Bibos. De kleinere gayal (Bos gaurus frontalis) stamt af van gedomesticeerde gaurs, en wordt gehouden voor het vlees en als lastdier. Soms worden de gaur en de gayal als aparte soorten beschouwd. De gayal wordt dan Bos frontalis genoemd, de wilde gaur Bos gaurus

Hyperoniemen

• runderen, holhoornigen, herkauwers, evenhoevigen, zoogdieren, gewervelden, chordadieren, dieren

Gangbaarheid

• Het woord gaur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.