gaswolk
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- gas·wolk
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van gas en wolk [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gaswolk | gaswolken |
verkleinwoord | gaswolkje | gaswolkjes |
Zelfstandig naamwoord
- een hoeveelheid gas en stof die zich als een wolk in elkaars nabijheid begeven
- Door de brand dreef een giftige gaswolk over de stad
- In grote koele gaswolken kunnen zich nieuwe sterren ontwikkelen.
Gangbaarheid
- Het woord gaswolk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "gaswolk" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be