gastcurator

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • gast·cu·ra·tor
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord gastcurator gastcuratoren
gastcurators
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de gastcuratorm

  1. iemand die eenmalig, op uitnodiging een tentoonstelling in een museum organiseert
     De Amerikanen Duane Hanson en John De Andrea gelden als de aartsvaders van de stroming. Hun keuze voor realisme was tegendraads in de jaren 60, zegt gastcurator Otto Letze. "Bij kunstopleidingen stond toen vooral abstracte kunst op het curriculum. Realistische stromingen waren uit den boze, tot de popartbeweging daar afscheid van nam. Toen men ging nadenken over massamedia gingen ook meer kunstenaars realistischer werken."[1]
     De tentoonstelling in het Stedelijk Museum Schiedam gaat over keuzevrijheid, mode en kunst, zegt gastcurator Rajae El Mouhandiz in het NOS Radio 1 Journaal. "Het viert dat de vrouw de vrije keuze heeft in deze tijd om zich modieus te kleden, ongeacht de hoeveelheid stof waarin zij zich wikkelt."[2]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 26 november 2023 Weblink bron “Voyeurisme en vervreemding bij hyperrealistische beelden in Kunsthal” (Zaterdag 10 maart 2018, 12:19 Aangepast zaterdag 10 maart 2018, 15:10), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 26 november 2023 Weblink bron “Rapper Mona Haydar: 'Ook al haat je het, ik draag mijn hoofddoek nog steeds'” (Donderdag 28 november 2019, 06:49), NOS