Naar inhoud springen

gasoven

Uit WikiWoordenboek
Versie door Snorrebot (overleg | bijdragen) op 13 jun 2019 om 17:26 (→‎top: vervanging sjabloon samenstelling)

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • gas·oven
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord gasoven gasovens
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

gasoven m [1]

  1. een door gas verhitte oven
    • De meeste huishoudelijke ovens waren vroeger gasovens maar tegenwoordig zijn het meestal elektrische ovens 
    • Alles zal alleen nog maar erger worden: zijn in braille uitgevoerde studieboeken (zoals de gebloemleesde Tachtigers die al enkele meters gangruimte beslaan) worden meegenomen door een in oud-papierhandelende zwerver, bij het aansteken van de gasoven in de keuken van zijn verlaten studentenflat verschroeit hij zijn wimpers en voortdurend is hij van alles kwijt. [2] 

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. NRC Elsbeth Etty 6 april 2001
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be