ga kapot
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ga ka·pot
Woordherkomst en -opbouw
- uit ga (werkwoord) en kapot (bijvoeglijk naamwoord), hiertussen kunnen nog andere woorden staan
Werkwoord
vervoeging van |
---|
kapotgaan |
ga (…) kapot
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kapotgaan
- Ik ga kapot.
- gebiedende wijs van kapotgaan
- Ga kapot!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kapotgaan
- Ga je kapot?
Gangbaarheid
- Het woord ga kapot staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.