functiestoornis
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- func·tie·stoor·nis
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van functie en stoornis
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | functiestoornis | functiestoornissen |
| verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de functiestoornis v
- (medisch) stoornis in een functie (van de afzonderlijke intellectuele functies)
- stoornis in een functie
Gangbaarheid
- Het woord functiestoornis staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.