frivoliteit
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: frivoliteit (hulp, bestand)
Woordafbreking
- fri·vo·li·teit
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | frivoliteit | frivoliteiten |
verkleinwoord | frivoliteitje | frivoliteitjes |
Zelfstandig naamwoord
de frivoliteit v
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord frivoliteit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "frivoliteit" herkend door:
94 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be