friemelaar
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: friemelaar (hulp, bestand)
Woordafbreking
- frie·me·laar
Woordherkomst en -opbouw
Naamwoord van handeling van friemelen met het achtervoegsel -aar
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | friemelaar | friemelaars |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de friemelaar m
- iemand die continu doelloos met zijn vingers aan het bewegen is
Gangbaarheid
- Het woord 'friemelaar' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.