fraudebestendigheid

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • frau·de·be·sten·dig·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord fraudebestendigheid
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de fraudebestendigheidv

  1. mate waarin iets bestand is tegen bedrog en zwendel
     Dijsselbloem neemt de taken van Weekers nu waar. "Ik hoop zeer voorlopig", voegde de minister eraan toe. Hij erkent dat het systeem van toeslagen ingewikkeld is en vindt dat de fraudebestendigheid moet worden verbeterd.[1]
     De inspectie toetste de regels nog voordat ze vorig jaar van kracht werden op handhaafbaarheid, uitvoerbaarheid en fraudebestendigheid. De conclusie was dat de regels zo onduidelijk en ingewikkeld zijn dat ze moeilijk of zelfs onmogelijk zijn om na te leven.[2]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 24 november 2023 Weblink bron “"Vertrek Weekers onvermijdelijk"” (30 januari 2014), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 24 november 2023 Weblink bron
    Merel Stikkelorum
    “Inspectie noemt toeslag op plastic niet uitvoerbaar, Tweede Kamer wil ervan af” (17 oktober 2023), NOS